In Simmerjûn yn 't Epemabosk

Op deze pagina kan je alles lezen over In simmerjûn yn ’t Epemabosk dat op 29 juni 2024 is georganiseerd door toanielferiening ’t Is sa’t Falt.
Tijdens ‘In simmerjûn’ zag je het bos als een sprookjesachtige omgeving, waar je al wandelend kon genieten van kunst en cultuur.

Deelnemende kunstenaars Hanno Elzinga, Jelly Mellema en Tijn van Beek hebben de magie van de Simmerjûn vastgelegd op beeld.

Klik hier voor de rapportage van Hanno.

Klik hier voor de rapportage van Jelly.

Klik hier voor het filmpje van Tijn van Beek

Lees hieronder mee met een recensie van bezoeker Menno Landstra:

IMPOSANT
AFSCHEID
VAN TONEEL

Met een mix van toneel, muziek, kunst en poëzie heeft tonielploech ‘t Is sa ‘t falt in het bos rond Epemastate afscheid genomen van Ysbrechtum. Een laatste evenement als daverend slotakkoord in de lokale toneeltraditie, die net niet de zeventig jaar heeft volgemaakt, dat was de bedoeling van de enthousiaste ploeg vrijwilligers van ‘t Is sa ‘t falt. Het is ze méér dan gelukt. De magische Simmerjûn op 29 juni was van een allure die diepe indruk maakte. Zelfs de altijd luidruchtige roeken in het bos waren er stil van.

Heel inventief waren de tweehonderd bezoekers al aan de hand van hun plattegrond en en toegangsbewijs ingedeeld in groepen, die onder aanvoering van een eigen ‘reisleider’ ieder een andere route volgden. Op die wijze stond bij elk van de 21 kunstuitingen in het bos steeds een andere ploeg. Witte linten, gescheurd van tientallen lakens, aan lange lijnen gaven de paden aan. Wit, zoals alles op de avond zoveel mogelijk wit was.

Van eenmansvoorstellingen tot een groepsoptreden, het was er allemaal.
Zo vertelde HarmJan Dijkstra over zijn favoriete dichter Douwe Tamminga en droeg een gedicht voor van deze oud-Ysbrechtumer en schrijver van de tekst van ons dorpslied.

Jeltje Zondervan trachtte in een toneelfragment aan de rand van het bos toneelnestor Johannes Greidanus, als kersverse weduwnaar, te koppelen aan haar zuster Jinke. Johannes was nogal aarzelend, maar ging toch voor een aanzoek op de knieën in het gras – hoe loopt dat af met zijn witte broek, dacht ik nog.

Minder dan twintig stappen verderop belandden de bezoekers in het Toscane van rond 1700. Onder een appelboom, heel landelijk, speelden Marieke en Pepijn Huizinga absoluut virtuoos twee delen van een sonate voor viool en cello van Veracini.

Terug tussen de bomen dook opeens een tiental merkwaardige lichtwezens op, die wij ook kennen als elfjes. In het wit, met verlichte kransen. Woordeloos wisten zij duidelijk te maken hoe je een ruzie, dan wel misverstand over een vermeend gestolen rugzak kunt oplossen. Twee elfen deden mij denken aan mijn buurmeisjes Maggie en Jule.

De organisatie had aan alles gedacht, al voor aanvang, toen Martje Korfmaker de binnendruppelende bezoekers swingend toezong.
Zakt men normaal gesproken in het Epemabos tot de veters in de blubber zodra een stap buiten de paden wordt gezet, ditmaal was alle modder getransformeerd en stevige gebakken klei als gevolg van langdurig mooi weer. Krijg dat maar eens voor elkaar!
Voor zangduo Local Vocal – Ellen van den Eshof en Jannie Brandsma – was de weerspiegeling van de rood ondergaande zon en even later zelfs een regenboog geregeld toen zij Summertime zongen.

Langs het oostelijke pad een rij van ingelijste gedichten (mét verlichting), om even na te denken.’Ik lig languit in mijn huid te zingen’, van Hans Andreus, is zo’n regel die je bijblijft.

Net als in vervlogen tijden klonk rond Epema State weer een (jacht)hoorn. Nu in combinatie met dwarsfluit, door Netty van der Burg en Joke Abma. Van Summertime tot muziek uit Grease, als opmaat naar de schilderijen van de tentoonstelling langs het pad. Douwe Sijtsma, Keimpe en Minke Meesters, Lutske Huisman, Marianna van Tuinen, Klaske te Velde, Yvon de Roo, Ane Silvius, Jelly Mellema en Hanno Elzinga boden ieder een zomers beeld om bij stil te staan.

Hopeloos verdwaald tussen de bomen waren Egbert Abbink en Anke Miedema in hun auto van twee stoelen en een stuur. Herkenbaar tafereel uit oude tijden: op weg naar het zonnige zuiden raakt men de weg kwijt en uiteraard krijgt de kaartlezende vrouw daarvan de schuld. Uiteindelijk blijkt men niet eens zo ver van huis te zijn, en dan is de keuze niet zo moeilijk, want eigen bbq en Studio Sport!

De eenzame zanger met gitaar kan natuurlijk nooit stuk, en Marcel Merkies al helemaal niet. ‘Als ik kijk in je donkere ogen’ van Saskia & Serge klonk kleurgecorrigeerd in het Fries minstens zo aangenaam als ‘As ik sjoch yn dyn ljochtblauwe eagen’.

Het toeval wilde dat het laatste groepsoptreden voor onze groep ook echt een slotkoor betrof. Op het ronde eilandje aan de rand van het Epemabos stonden ze, de zeventien witgeklede vrouwen van de groep Femmes Pur Sang uit Sneek. Een prachtig optreden ook al vanwege de bescheiden choreografie die de dames al zingend lieten zien.
Aan het slot herkende menigeen de beginakkoorden van het bekende ‘Avond’ van Boudewijn de Groot. Maar aan de overkant van het leuningloze bruggetje zong het koor niet als refrein ‘Ik geloof in jou en mij’, maar ‘Ik beloof myn trou oan dy’, want de klassieker was in het Fries vertaald. Indrukwekkend.

Terwijl het al nagenoeg duister was straalden drijvende lichtjes in de vijvers, gloeiden her en der best sympathieke spoken tussen de bomen, was er onderweg nog een video te zien en waren er nog smaakvolle losse kunstuitingen zoals mooie lampen en verlichte paraplu’s. Op het pleintje voor Epema State kwamen de groepen weer bij elkaar. ‘t Is sa ‘t falt trakteerde op hapjes, andere consumpties kostten haast niets.

Heeft onze toneelvereniging zichzelf met deze imposante manifestatie opnieuw op de kaart gezet en beleven we volgend jaar een tweede editie? Immers, Ysbrechtum blijkt als dorp een veel grotere culturele potentie te hebben dan men zou vermoeden, en alle bezoekers waren ronduit enthousiast. Epema State en het omringende bos vormen een uniek podium. Daarover kan men het met eigenaar Stichting Stinze Stiens vast wel eens worden.

“Toch gaat dat niet gebeuren”, zegt Jantine Nauta, een van de leden van het kleine ploegje gangmakers uit bestuur en organisatie van ‘t Is sa ‘t falt dat overbleef nadat de toneelvereniging vorig jaar besloot om tot een slapend bestaan over te gaan. “Het ouderwetse toneel werkt niet meer. De mensen hebben minder tijd, zijn minder op verenigingen gericht en de coronaperiode is voor veel groepsactiviteiten funest geweest.”

“We zijn gaan nadenken, ook met mensen van buiten de vereniging, hoe we onze activiteiten als vereniging op een mooie manier konden afsluiten en te laten zien hoe leuk culturele activiteiten kunnen zijn. Er was ook nog wat geld over, mede dankzij de stipers. Zo hebben we ook een mooie folder kunnen maken en de prijzen voor toegang en consumpties laag kunnen houden. Het ploegje heeft met veel plezier heel hard gewerkt, maar dit was het,” zegt Jantine resoluut.

Zo valt, hoe toepasselijk in dit geval, het doek voor ‘t Is sa ‘t falt. Opgericht in 1955, heeft men net de zeventig niet gehaald. De club slaapt. Met zoveel creativiteit en organisatietalent is te hopen dat deze vereniging nog eens wakker wordt gekust.

Menno Landstra

Wat hebben wij genoten! Bedankt

De werkgroep:
Ylona Kruis, Antje van der Wal, Anja Poiesz, Anky Jongman, Renske Bles, Fred Sterk, Dineke Nieuwland, Meiny Hummel en Jantine Nauta.