Mijn man heeft er al heel wat jaren last van. Een “last” zal hij het zelf echt niet noemen. Het is een virus dat stevig genesteld in zijn lichaam huist. Zo ergens in de maand September maakt hij, na een paar maanden sluimerstand, weer de onrust wakker.
Ik heb het hier over het ski-virus. Zeer hardnekkig en eigenlijk niet te genezen.
Ik, normaliter erg ontvankelijk voor virussen, besloot mezelf maar over te geven en mee te gaan naar Oostenrijk. Want waarom nog verzetten als je weet dat je toch ziek gaat worden (schrijf ik terwijl ook mij de griep gevonden heeft)?
Thuis volgde eerst wekelijks skilessen met het hele gezin op de skischool. Tijdens mijn skilessen dacht ik zelfs dat ik een beetje gevoel voor skiën te hebben. Maar 1 keer ben ik met gekneusde ribben van de baan gekomen (iets met ski’s over elkaar en een baan dat bleef draaien).
Eenmaal in Oostenrijk besloot ik met de kinderen toch maar een lesje of twee te gaan volgen. De kinderen kwamen in een kinderklasje en ik sloot aan bij de anfängergroep. In rap Duits werd duidelijk gemaakt dat wij omhoog gingen en daar zouden oefenen.
“Geen punt” dacht ik en toen zag ik de eerste uitdaging van de dag. Om omhoog te gaan was er een reuze leuke lift. Een sleepjeslift wordt zoiets genoemd. Je laat je voortduwen middels een stokje onder de billen. Even voor de mensen die hun eerste ski-ervaring nog moeten krijgen: Nooit en echt nooit gaan zitten op het houtje. Boven moest je afzetten en het houtje tegelijk weg duwen. Gelukkig liep dat goed af en daar diende al meteen het tweede probleem aan.
Heinrich (de stokoude ski-leraar) wees de diepte in naar een vlak gedeelte. “Ski daar maar naar toe. Daar gaan wij oefenen.”. Om daar te komen moest je toch echt een stukje, in mijn ogen een hele zwarte piste, afdalen.
Mijn optimisme dat al een flinke douw had gekregen van de vooroorlogse skilift, ruimde nu erg snel het veld en in het veld kwam de allesvernietigende paniek. “Aber Heinrich”, begon ik in mijn beste Duits,”Ich bin noch nie zuvor Ski gefahren!”. Daar had Heinrich “Scheisse” aan geloof ik want ik kreeg een duw in mijn rug en daar ging ik.
Het is niet dat ik niet naar beneden kwam. Ik kwam naar beneden en best snel. Alleen niet óp ski’s. Ik viel, sloeg over de kop en kwam zo op de plek waar ik wezen moest. Dat dan weer wel. Einde skiles.
Ik besloot bij mijn kinderen te kijken. Die kampten ook met een probleem zag ik bij aankomst. Zij gingen als makke lammetjes een lopende band op en gleden dan weer naar beneden. Daar stond dan het grote, zeer enthousiaste bruine beer probleem. De kidsclub had een animatieteam. Mijn kinderen echter zijn zeer allergisch voor dat soort teams. In dit team zat er iemand in een berenpak die schijnbaar non-stop aan de Redbull zat. Hij stond de kinderen beneden op te wachten en sprong als een malle achter ze aan. Alle kindjes vonden het leuk….., behalve twee.
Tot mijn verbazing zag ik mijn man aanlopen. Hij had een telefoontje gehad van onze zoon met het verzoek om gered te worden.
Einde ski-les ook voor de kinderen.
Deze wintersport was wat betreft skiën geen succes.
Een jaar later ondernam ik weer een poging en dat ging iets beter. IK skiede de wandelroute. Gewoon rechtuit en direct kunnen stoppen als het toch wat te snel ging. Ik denk niet dat het virus in mijn lichaam huist. Toch lijkt het een beetje rond te fladderen.
Want, heel stiekem, zou ik zo graag samen die berg af willen dalen.
Op ski’s wel te verstaan…
Solo