Het is vakantie, of bijna. Ik werk nog maar heb wel alvast het vakantiegevoel aangenomen. Dat komt ook door het weer. Het is eindelijk zomers warm. En dus gaat mijn versnelling wat omlaag, relax ik wat vaker, af en toe een wijntje aan het eind van de middag én laat ik nog wat vaker de boel de boel.
Nog wat vaker zeg ik, omdat ik daar al heel goed in ben: de boel de boel laten. Veel mensen kunnen het niet. “Nog even dit, nog even dat”, “eerst de afwas, de was, de ramen, de vloer..én dan mag ik zitten”, duh, dan is het bijna kerst 2019. Nee, ik geniet van het moment. Het is nu mooi weer dus ga ik nu met mijn boek in de tuin zitten. De afwas blijft wel (ja, was het maar anders..) en de stapel was voor de machine ook wel. Wij zijn jaren zomers niet op vakantie geweest en dan leer je wel om in je eigen tuin vakantie te vieren. Om van je eigen tuin een campingveldje te maken en na een snelle ronde door de tent je neer te geven met een boek. De boel de boel te laten. De ramen eens niet te lappen en de badkamer eens een keertje over te slaan.
Mensen kunnen dan verzuchten: “dat jij dat kunt!”. Het zijn vooral vrouwen die dat verzuchten, mannen niet, want die zijn er zelf ook meesters in, de boel de boel laten. Nee vrouwen, die verzuchten dat dan. En vroeger, ja naïef ik weet het, dacht ik nog dat ze dat echt bewonderend en jaloers dachten. En dan was ik ook wel wat trots op die bijzondere gave van mij. Dat ik zomaar het aanrecht vol liet staan en de stofzuiger in de kamer. Nu ben ik ouder. En wijzer. Natuurlijk was dat niet bewonderend bedoeld. Het was hoofdschuddend bedoeld. “Dat jij dat wel kunt”… “Ik zou dat niet willen”werd er eigenlijk bedoeld. “Ik heb altijd mijn huis aan de kant” werd er eigenlijk gezegd. Maar ik ben de veertig gepasseerd en het kwartje is gevallen: het was niet bewonderend bedoeld. Maar ach, dan maar geen bewondering. Het is heel geweldig dat jij op je vrije middag al weer bij de ramen op vliegt met de Harawisser, en dat je badkamer altijd opgeruimd is én blinkt, maar het valt me wel op dat er wel heel vaak gesproken wordt over ‘druk’ en ‘moe’.. Dat als je vraagt of ze iets gelezen of gezien hebben, er altijd geroepen wordt dat ze voor de krant geen tijd hebben en dat de stapel Margrieten maar groeit.. Dat er wel heel vaak, als je vraagt hoe het gaat, als eerste vermeld wordt hoeveel uren er die week gewerkt zijn, welke diensten en hoe laat er begonnen moet worden de volgende dag. De identiteit wordt bijna ontleend aan hoeveel men werkt. Ik werk dus ik ben. Ik heb het druk dus ik ben…Dat hoeft voor mij niet, ik vind je zo ook wel aardig. Opvallend is dat mannen dat ook niet doen, vertellen hoeveel uren ze deze week wel niet gewerkt hebben. Misschien omdat mannen meestal fulltime werken en wij als vrouwen, eerlijk is eerlijk, nog wel wat in te halen hebben op dat gebied. En waarschijnlijk omdat mannen, op de dagen dat ze vrij zijn niet met de Harawisser bij de ramen omhoog vliegen. De boel de boel laten.
Net zoals ik.
Dolce far Niente, een hele fijne vakantie gewenst van Die& Die