Tweelinghuwelijk – Eva

Dat tweelingen – ook die van het twee-eiige soort – een relatie met elkaar hebben die vergelijkbaar is met die van een getrouwd stel, is bekend. Dat maakt het extra speciaal voor de ouders van die tweeling. Namelijk; de ouders zien zichzelf terug – niet alleen qua uiterlijk en karakter – maar ook hun rol en houding binnen het eigen huwelijk zien zij regelmatig weerspiegeld. Daarbij maakt het niet eens uit dat de tweeling beide jongens zijn: er is er altijd eentje wat vrouwelijker of mannelijker dan de ander. Zo werkt dat nou eenmaal. Het is onduidelijk of de één mannelijker wordt door het vrouwelijke van de ander of andersom. En of je wel van vrouwelijk of mannelijk kunt spreken is ook omstreden, net zo goed als dat het zorgzaam zijn zich op vele manieren kan tentoonspreiden. Maar goed, om het verhaal simpel te houden, maak ik dat onderscheid wel even, voor het gemak.

 

Chris is echt het vrouwelijke type, zorgzaam en zacht. Daan is wat stoerder en meer introvert. Daan is ook zorgzaam, hetzij op een mannelijke manier. Zodra broerlief in nood is vanwege een hinderlijke pestkop of een beknelling in een willekeurig klimtoestel komt Daan to the rescue. Dan zet hij onvoorwaardelijk zijn eigen leven op het spel om Chris te redden. Maar zodra Daan ziek is, is het Chris die de emmer pakt en hem na de gruwelijkheid die spugen heet, leeggooit op het toilet. En zijn mond afveegt met een tissue.

 

Daan heeft een aangeboren talent voor het besturen van snelle apparaten en kan stunten als de beste, behalve op het buitenwater want daar zwemmen vissen. Hele grote zelfs. Dat zal Chris dan weer worst wezen. Het heeft Chris net zo min kunnen weerhouden om – net als zijn broer – snelle apparaten te besturen dan wel te stunten, ondanks het ontbreken van enig talent, om daarmee  – in de ogen van zijn moeder levensgevaarlijke – capriolen uit te halen. Niet zelden met desastreuze gevolgen.

 

Over dat bekneld zitten in een willekeurig klimtoestel wil ik het nu even hebben. Dat is namelijk het thema in Chris zijn leven. Zolang als ik hem ken heeft hij een voorkeur voor krappe ruimtes. Zo kwam een gealarmeerde éénjarige Daan mij ooit halen omdat hij vreemde geluiden uit de droger hoorde komen. Ook vond ik Chris regelmatig rustig slapend – terwijl hij met een niet te openen slaapzak in een ledikant was gelegd – in onze of zijn eigen kledingkast terug en heeft hij zich in zijn achtjarige bestaan in ruimtes weten te wrikken die u en ik niet voor mogelijk hadden gehouden.

 

Maar het gaat dus niet altijd goed. Daan is daar meestal getuige van. Zoals zaterdag, tijdens een gezellig familie-uitje in Harlingen. Ik stond buiten aan een kledingrek te rommelen met afgeprijsde kinderkleding; broeken met scheuren en gaten nu voor slechts zeventig euro. Even verderop was er een dierenwinkel gehuisvest, zo bleek later, en terwijl ik mij sta te verbazen over eerdergenoemde broeken hoor ik vanuit de hoek van de dierenwinkel een dof geraas komen, gevolgd door een mopperend en licht verontrust: “Ja, ik zei dus ook, daar kun je niet in. Dat is voor honden, niet voor jou!”

 

U kent de lichtgewicht aluminium karretjes met tentdoek die achter de fiets gekoppeld kunnen worden? Voor het vervoeren van honden die daar meestal zelf niet om gevraagd hebben? Buiten bij die dierenwinkel stond zo’n karretje aangeprijsd, de stang aan de voorkant rustte op een kratje. Zodat het karretje en de stang horizontaal en in één lijn met elkaar stonden. Voor Chris is de wereld een toverbal en is alles mogelijk. En dus ook volstrekt normaal om in zo’n kar te kruipen en eens te bekijken welk uitzicht zo’n onfortuinlijke hond dan heeft. Uiteraard ging dat niet goed en schoof de stang van het kratje af, bovenop Daan zijn tenen. Door de vaart waarmee dat ging, kon Chris niet meer anticiperen en schoof hij met een noodgang richting het kijkvenster aan de voorzijde. Ergens onderweg kwam zijn voorhoofd een aluminium stang tegen en schaafde hij ook nog langs een stug soort muggennet. Alsof een hond last heeft van muggen. Met die snelheid.

 

Meteen kwam er een bozige mevrouw naar buiten die ik direct heb afgewimpeld. Dat regel ik zelf wel. Ik heb iets gepreveld van ‘dat kan toch echt niet, je moet niet zomaar overal in kruipen’ en Daan vulde mij aan met: “Ja, dat heb ik ook al gezegd maar hij luisterde niet. Straks gebeuren er ongelukken. Of dat ding gaat kapot, hij kost honderd negenendertig euro en Chris heeft nog maar vier euro op zijn bankrekening.” Chris zelf was hevig geschrokken en liet mij met rode wangen, grote ogen en ingehouden snik zijn voorhoofd zien. Ik heb hem gekust en getroost – Daan zijn gemompel ging ondertussen op de achtergrond gewoon door: “En dat ding kwam ook nog kei-hard op mijn teen.” – en heb het er verder bij gelaten.

 

De wereld is inderdaad een toverbal. Laat je vooral niet tegenhouden Chris, op je ontdekkingsreis. Maar denk een beetje om je veiligheid.
En om de tenen van je wederhelft.