Voordat ik in de auto stapte nog snel even een pepermuntje genomen, dat ben ik zo gewend. We rijden het dorp uit, druk in ’t verhaal, en nog voor we de rotonde op rijden, bijt ik mijn pepermuntje in tweeën… “krak”.
Het bloed trekt uit mijn gezicht en het koude zweet breekt mij uit. Dit was niet de krak van ‘hee-nu-heb-ik-2-stukjes-pepermunt’. Nee, dit voelt meer als een ‘oh-nee-daar-gaan-we-weer…’.
Voorzichtig tast ik met mijn tong langs mijn kiezen. En ja hoor, waar nog geen 5 minuten geleden een gewone, zij het gevulde, kies zat, zit nu een gapend gat met HEULE scherpe randen. Uit de restanten van mijn pepermuntje vis ik de vulling. GR@MBL#&*!
Ik moet weer naar de tandarts! En. Dat. Vind. Ik. Niet. Leuk.
Ik kan niet echt zeggen dat ik bang ben voor de tandarts, ik ben toch een volwassen, weldenkend mens, maar toch… de gang naar de tandarts valt mij altijd zwaar. En ik heb er helaas al flink wat gangetjes naartoe gemaakt, want ik kom er vaker dan de gemiddelde mens. Er gaat wel eens een vullinkje. Als kind had ik vaak gaatjes. De combi zoetekauw, niet al te zorgvuldig poetsen en een wat prutserige tandarts is blijkbaar niet zo goed voor je tanden. De blik van ongeloof in de ogen van de tandarts die ik jaren geleden in Sneek trof, zal ik niet snel vergeten. Het werd een zwaar reconstructie traject.
Wortelkanaalbehandelingen, verdovingen die niet goed werken of eerder uitgewerkt raken, een paar kronen en sinds kort een ultrafanatieke mondhygiëniste die mij met gigantische borstels tussen mijn tanden wil heropvoeden… brrrrr, voor mij horror.
Het meest gespannen ben ik wel als ik niet weet wat en of er iets gaat gebeuren. Echt te triest voor woorden, maar dan ben ik gewoon een beetje misselijk.
Maar goed, het pepermuntje…
Met mijn gehavende gebit kan ik gelukkig al snel terecht bij mijn nieuwe tandarts (de vorige tandarts is nog maar net met pensioen). Geen Poolse voor mij, nee een Spaans-achtige dame, die heel geduldig mij kalmeert en met een hypnotiserend accent mijn gebit pijnloos herstelt.
Echt mega-genant dat ik daar zo van over mijn toeren raak iedere keer, maar ik heb de hoop opgegeven dat dat nog verandert.
Om het niet over te brengen op mijn kinderen, ga ik niet met hen mee naar de tandarts, maar laat ik het over aan manlief. Wel heb ik ze altijd na-gepoetst en bij de oudsten doe ik dat soms nog steeds. Checken en poetsen: 2 keer per dag. Misschien wat overdreven, maar het lijkt te werken. Ze hebben in ieder geval al een betere start dan ik.
Ik las laatst ergens dat met name kinderen eigenlijk veel vaker naar de tandarts zouden moeten gaan. Zeg maar, om de 2 maanden een controle. Dat zou voor de lange duur voor het gebit veel beter zijn. Ik kan me er alles bij voorstellen.
En veel goedkoper ook, voor de eigenaren van dat gebit. Want de verzekeringen zijn duur en vergoeden niet alles.
Het lijkt mij dus een hele goede zet, zoveel controles. Daar kan de politiek wat mij betreft zijn tanden in zetten. Leuk project om je in vast te bijten 😉
Tikkie tikkie