Stom (deel 2)

Voor u denkt, die Eefje is wel erg negatief. Of misschien een beetje depri zelfs. Nee hoor. Valt reuze mee. Het loopt zelfs allemaal behoorlijk op rolletjes de laatste tijd. Alles flex & vrolijk. Maar toch. Ik zie zoveel om me heen gebeuren waarbij ik denk: STOM! Dat een deel 2 van Stom zomaar uit mijn pen rolde.
Stom. Dat spullen weggooien zo moeilijk kan zijn. Maar toch noodzakelijk soms. Terwijl de herinnering niet eens in die spullen zit, maar in je gedachten. Mensen die liegen. Of mensen die gewoon niet doen wat ze wél beloven. Dat ik tegenwoordig zóveel werk dat ik amper tijd heb voor m’n hobby’s. Of voor de mensen om me heen.
Grasmaaien. En onkruid tussen de tegels. Zeker als de lavendel maar niet wil groeien. Muggen die om je hoofd zoemen midden in de nacht. Dat die leuke scharrel misschien wel niet zo serieus met de liefde omgaat als ik. Meer dan 3 weken wachten op een uitslag van een simpel testje bij de huisarts. Haast. Haast is echt heel stom. En regen op je vrije dag ook.
Dat er bijna nooit iets echt leuks is op tv. Nog stommer is dat ik toch geregeld zomaar een hele avond op de bank hang met de tv aan. Dat het zo moeilijk is om je kinderen los te laten, als ze groter worden. En zelfstandiger. Dat je dan steeds minder ‘nodig’ lijkt te zijn. Dat regels blijkbaar niet voor iedereen gelden. Ongeschreven of geschreven. En dat ik blijkbaar de enige ben die zich daar aan stoort. Of dat we dus allemaal maar weer onze mond dicht houden. Voor de goede lieve vrede. Of zoiets.
Dat ik echt nergens ‘oortjes’ kan vinden die lekker zitten in mijn oren. Genegeerd worden. Je eenzaam voelen. Dat ik soms zomaar zo’n zin heb in een sigaretje. Ondanks dat ik al jaren gestopt ben met roken. Dat ik nooit, maar dan ook nooit, kan stoppen na 1 klein stukje chocola. Of een klein beetje chips. Afscheid nemen. Samenwerken met ongemotiveerde mensen. Roddels.
Dat 30 km per uur rijden door ons mooie dorp zo moeilijk is. Dat bijna niemand dat dus ook echt doet. Ook de meeste Ysbrechtumers zelf niet. Dat ’t wel lijkt of ik steeds minder geduld heb. Stress. En onzeker zijn over de toekomst. Dat ik nooit kan stoppen met denken. Dat er nog steeds landen zijn waar meisjes niet naar school mogen. En kinderen honger hebben. Plastic soep.
Stom is ook dat er zoveel stom is. En dat ik nog wel 100 stomme dingen kan bedenken. Maar ik beloof ’t bij deze. De volgende column wordt geen Stom-deel 3. Ik zal ’s broeden op een ‘Leuk’.

Fijne Pinksteren! Eefje.