Onlangs kwam ik op facebook een link tegen. Het was een link naar een filmpje van Monica Lewinsky. Kent u haar nog? De ietwat dommige stagiaire die wel of niet seks met de president van America zou hebben gehad? Ze vertelt heel openhartig over wat haar is overkomen. Internet voor het ‘gewone volk’ was net in opmars. Monica noemt zich ‘patient zero’: het eerste slachtoffer van social media. Haar hele intieme privéleven was beschikbaar voor iedereen. (klik hier als u even de gelegenheid heeft en het hele item wilt bekijken, ik vond het de moeite waard).
Monica Lewinsky begeleidt tegenwoordig mensen, gezinnen die ook met keerzijde van sociale media te maken hebben gehad. Gezinnen die niet meer compleet zijn, omdat één van hen zelfmoord heeft gepleegd omdat ze de schaamte en schande van online pesterijen niet meer konden verdragen. Ik vind het knap hoe zo’n vrouw zich zo staande heeft weten te houden. Zelf heeft ze er nog niet zoveel vertrouwen in. Ze verwacht een nieuwe golf ellende over zich heen te krijgen.
Ik mag in mijn vrije tijd graag op Twitter grasduinen. Ik volg allerlei verschillende mensen, waaronder een Nederlandse politica. Ik heb respect voor wat ze doet en heeft gedaan en ik vind de manier waarop ze tweets de lucht in slingert leuk. Dat vinden blijkbaar meer mensen, want ze heeft 255.000 volgers. Niet al haar volgers stellen het op prijs wat ze allemaal twittert, ontdekte ik al gauw. Lieve hemel, wat mensen haar allemaal naar het hoofd durven slingeren. Ik zou er nachten van wakker liggen. Soms reageert ze ook weer op deze anonieme galspuwers, maar meestal niet, want er zijn altijd wel anderen die daar weer overheen dreigen en schelden. Plaatsvervangende schaamte krijg je daarvan.
De sociale media, waar ik me prima een avondje mee vermaken kan, hebben een a-sociale keerzijde. Iedereen kan alles maar roepen. Het mag dan wel officieel niet, dus je moet het niet te bont maken, maar met een hele hoop kun je prima wegkomen. En in onze westerse wereld waar vrijheid van meningsuiting zo hoog in het vaandel staat, kun je heel veel roepen. Het mikpunt van deze ellende kan in feite niet zoveel. Als je reageert schiet je in de verdediging, als je niet reageert heb je blijkbaar iets te verbergen.
De afgelopen periode heb ik van dichtbij meegekregen hoe iemand gebukt is gegaan onder anonieme reacties op meningen van anderen. Prachtig hoor, vrijheid van meningsuiting, maar wat voor mens ben je eigenlijk, als je vergelijkingen met nazi-Duitsland trekt? Hoor(/Lees) je wel wat je zegt? Dat komt echt binnen hoor bij het mikpunt van deze akeligheid.
De anonieme schrijvers wensen niet tegengesproken te worden, want als anderen vraagtekens bij de reacties zetten worden zij ongenadig afgesabeld: “zie je wel? Typisch voorbeeld van angstcultuur” of “die hebben het niet begrepen”. Kortom de ‘reactus anonimus’ is niet voor rede vatbaar.
Ik hoop dat de meeste mensen wel kunnen inschatten dat niet alles wat op internet of in de krant staat waar is en dat ze hun gezonde verstand blijven gebruiken bij alles wat anonieme schrijvers roepen.
Ik realiseer me net dat ik deze column ook anoniem schrijf. Ik ga daar toch ook nog maar even mee door. Niet omdat ik zo lekker stiekem gal over iemand heen kan spuwen, maar omdat ik eigenlijk best een beetje bang ben voor de galspuwers en liever niet heb dat zij hun vizier nu op mij gaan richten.
Tikkie tikkie
naam bij redactie bekend 😉