Iedereen is ermee geboren, ouders. Je hebt er geen invloed op en sommige zijn fantastisch en anderen zijn verschrikkelijk. Ik werk voor scholen en dan heb je ook automatisch met ouders te maken. En ook ik kom ouders in alle soorten en maten tegen, meestal niet letterlijk, maar ik hoor en zie veel. Soms schrijnende situaties, soms hartverwarmende, soms verdrietige, soms zijn ze naar en gelukkig ook hilarische situaties. Van ouders die hun telefoon belangrijker vinden tijdens een ouder-kind gesprek tot moeders die peuters aan de borst nemen tijdens een rondleiding.
Een categorie die steeds meer opvalt zijn de ouders die hun kinderen als prinsjes en prinsesjes beschouwen. Heeft u er een beeld bij? Als wij eens na moesten blijven reageerden onze ouders meestal met de zin ‘je zal het er zelf wel naar gemaakt hebben’. Bij een ruzie werd meestal ook gevraagd wat onze rol daar dan in was geweest. Bij prinsjes en prinsesjes wordt het leed eigenlijk altijd ergens anders neergelegd. Soms in de categorie ‘dat doet mijn kind niet’ en soms omdat ze vinden dat regels goed zijn, maar dat deze geen gevolgen mogen hebben voor het strakke naschoolse schema van de ouders zelf.
Prinsjes en prinsesjes voelen vaak ook prima aan hoe ze deze situatie optimaal kunnen benutten. Misschien krijgen ze wel heel veel aandacht als er gedoe is op school en ouders zich daarover opwinden. Aandacht die je misschien niet krijgt op het moment dat ouders in de waan van de dag van alles moeten regelen en organiseren. Best interessant toch? We kennen vast allemaal het beeld van de jonge kleuter die altijd moet huilen als mama hem of haar naar school brengt en vrolijk zwaait als papa dat doet en waarvan de juf zegt dat zodra mama uit het zicht is, kindlief de traantjes droogt en lekker gaat spelen. Geef ze eens ongelijk.
Leerkrachten vinden deze mondige categorie ouders van prinsjes/prinsesjes lastig om mee om te gaan. Waar het doel zou moeten zijn om samen met ouders de leerlingen optimaal in hun kracht te zetten, worden leerkrachten soms zelfs in de aanwezigheid van de leerling ter verantwoording geroepen. Er wordt aan de intentie van leerkrachten getwijfeld en dat is lastig om mee te dealen.
Een school moet kinderen voorbereiden op de toekomst. Niet alleen qua leerstof, maar ook hoe je omgaat met elkaar en situaties die je misschien niet direct heel leuk vindt. Openbare scholen willen passend onderwijs voor alle kinderen. Dat betekent onder andere dat je ook je best doet als het even lastig gaat met een leerling. Dan zeg je niet jij mag hier niet meer zijn, want jij doet soms vervelend. Tuurlijk, het moet wel veilig blijven, maar het mag toch ook een kans krijgen? Ouders van prinsjes en prinsesjes zullen dat in theorie natuurlijk altijd volgen. Maar zij hanteren vervolgens het ‘not in my backyard’ principe. Hun kind mag geen problemen ervaren, geen gedoe en moet de leukste juf of meester, de klas die ouders bepalen en ga zo maar door.
De mails die er dan worden gestuurd zijn werkelijk heftig en niet perse heel redelijk. Ik denk dan ook vaak, hoe zou die ouder het vinden als die op z’n werk zo door een klant benaderd wordt. Maar goed, het hoort er inmiddels bij en we moeten er op scholen tijd, geld en energie voor vrijmaken.
Beste ouder, help je je kind daar altijd mee? Denk eens na wat voor volwassene je wilt dat hij/zij wordt.
Nou zo. Ik heb getikt.
Tikkie tikkie