Och meisje toch… Dat heb ik vaak gedacht en ook gezegd de afgelopen weken. Elf jaar ben je, bijna twaalf. Brugpieper. Mijn jongste dochter. Het hoofdstuk basisschool is afgesloten. En wat ben je dan ineens groot. Maar toch ook weer niet.
Ineens moet je overal zelf naar toe op de fiets. Naar muziek en sport en naar school natuurlijk. Zonder vriendinnen in een nieuwe klas. En de eerste week was direct een beproeving. Hoe maak je dan vriendinnen. En met wie? Ondanks dat ik jou als behoorlijk sociaal en spontaan inschat kom je de tweede dag al verdrietig thuis. Het wil nog niet zo vlotten met nieuwe vrienden maken. We praten er over en ik probeer je te troosten en tips te geven. Maar ik voel jouw buikpijn als je de volgende ochtend weer vertrekt naar school.
Je was ook niks gewend. Zo’n gezellig klein klasje op de basisschool. Met zes jongens en drie meisjes maar. En met één daarvan al 8 jaar de dikste vriendinnen. Samen naar school, samen naar muziek, samen naar sport, samen in het dorp. Super, maar nu des te harder de klap dat dat niet zo is op de nieuwe school.
In de brugklas is alles anders. Huiswerk, kluisjes, heel veel leraren in plaats van maar eentje, regels, steeds naar een nieuw lokaal, lesuitval, invallers en heel veel andere grotere kinderen in een veel groter gebouw dan je gewend was. Jongens en meiden zijn niet meer samen. Ineens is dat veel meer gescheiden. En er zijn nu niet meer maar 3 meisjes. Het zijn er 14 en dat zorgt voor een heel andere sfeer. Meiden onderling kunnen zo hard zijn. Krengen. De ene dag hoor je erbij en de volgende dag weer niet. Dat is ook lastig. En ondanks dat jij je het nog niet kunt voorstellen, vertel ik je dat al die meiden onzeker zijn. Net als jij.
Morgen wordt je twaalf. Jarig! Feest! Je hebt meisjes uit je klas uitgenodigd om na school mee te gaan. Eerst kon er niemand. Toen ineens weer wel. Nu toch weer eentje niet. Wat een gedoe. Ik snap je frustratie. Maar we maken samen taart en hangen slingers op. Zoals jij het graag wilt. En ik duim dat ze komen en dat ’t niet zo gaat als op mijn brugklasfeestje. Iedereen zou komen, maar er kwamen er maar 2. Wat was ik verdrietig. En boos en teleurgesteld.
Ik hoop dat dat jou bespaard blijft en dat ’t gezellig wordt. En anders begint mijn zin waarschijnlijk weer met ‘Och meisje toch…’
Eefje.