Op social media volgde ik een poosje geleden een discussie over de jeugd van nu en hoe alles vroeger beter was: “Toen ik klein was, waren er ook al social media, alleen heette het toen buiten spelen”.
Een van de deelnemers aan de discussie zei het volgende: Ik vind het vooral irritant dat mensen tegenwoordig zo zeuren over ‘de jeugd van nu’. De jeugd van nu is opgevoed door de jeugd van toen. Als je niet wilt dat kinderen achter de computer of op hun telefoon zitten dan moet je ervoor zorgen dat ze niet achter de computer of op hun telefoon zitten. Jij bent de ouder, jij maakt de regels. Helemaal mee eens! Bovendien woonde ik vroeger ‘buitenuit’ dus niks niet sociaal, tenzij ik met iemand had afgesproken.
Je gunt kinderen weinig meer dan te mogen opgroeien in een prachtig dorp als Ysbrechtum. Er is bijna geen nee te koop. Iedereen die hier woont kan in principe lopend naar school en zelf een snoepje kopen bij Koekiebakker. In iedere straat wordt wat mij betreft op een gezonde manier op kinderen gelet. (lees: als ze wat naars uitspoken, dan hoor je dat echt wel). Er zijn prachtige verenigingen waar kinderen naartoe kunnen buiten school: JIJ, toneel, tennis en kaatsen. Alle andere wensen zijn op steenworp afstand in Sneek te bereiken. Prachtig gewoon.
Maar ik zat wel over dat buitenspelen na te denken. Mijn kinderen zijn heel verschillend: de ene zit het liefst tot zijn nek in de drek iedere dag, de ander moet ik soms naar buiten dwingen. Ik herinner me een uitspraak van een buur met een soortgelijk kind die riep ‘wat moet ik buiten doen dan?!’.
Mijn modderminnend mannetje heeft buiten niet meer nodig dan een boom of een modderplas. Mijn binnenblijver wordt liever vermaakt. Maar vermaak is er niet zoveel beschikbaar in Ysbrechtum.
Er is een trapveldje bij de Finne, een schoolplein, een speeltuintje tussen de Worpstrjitte en de Burmania en achter het dorpshuis staan wat speeltoestellen.
Zonder oneerbiedig over te willen komen, een beetje karig is het wel: het trapveldje bij de Finne staat vaak onder water (ik heb serieus regelmatig zwemmende eenden op het veld gezien) of het gras is er zo lang dat de bal er stil van valt of blijft hangen aan de maaitractorsporen. Enig groot onderhoud zou op z’n plaats zijn.
Op het schoolplein voelen kinderen zich na schooltijd niet gewenst. Een aantal omwonenden van de school heeft grote moeite met geluid en ballen van kinderen die plezier maken. Daar kun je van alles van vinden, maar de kinderen zijn daar wel een beetje de dupe van.
Het speeltuintje achter de Burmaniastrjitte… tja, daar is het zo nat dat mijn drekvriendje er erg blij van wordt. De meeste moeders niet.
Ik heb begrepen dat de speeltoestellen achter het dorpshuis, van het dorpshuis zijn, een erfenis van de peuterspeelzaal die er vroeger was. De gemeente heeft er geen bemoeienis mee.
Maar, zo riep er iemand, als de Râne klaar is, dan komt daar een speeltuintje. Dat is inderdaad in lijn met het Beleidsplan Openbaar Groen (2013) van de gemeente. De gemeente heeft een visie ten aanzien van het speelvoorzieningenbeleid (mooi galgje woord ) waarin staat: ‘de gemeente Súdwest-Fryslân wil kinderen van 0-18 jaar stimuleren om buiten te spelen. Buiten spelen is gezond en goed voor de ontwikkeling en bevordert de leefbaarheid van steden en dorpen’. In het plan staan zelfs referentiebedragen voor een speelvoorziening op basis van het aantal nieuw gebouwde huizen. De kinderen hebben het er al een tijdje over, maar nu zijn er ook geluiden dat het hele speeltuintje in de Râne niet doorgaat. Er is weinig geld beschikbaar bij de gemeente. Voor groot onderhoud was al een jaarlijks tekort van gemiddeld € 133.000,- staat in het beleidsplan Openbaar Groen (een derde van het totale budget).
Er wordt in ieder geval niet eerder gestart met een speeltuin, totdat de hele Râne gevuld is. Laten we hopen dat er gauw een mooie speelvoorziening komt en dat er ook eens aan wat oudere kinderen wordt gedacht.
Genoeg geëmmerd over buiten zijn van achter mijn PC vandaan. Ik ga wat van deze heerlijk frisse buitenlucht snuiven.
Tikkie tikkie.