“Dochst dat oan?”
“Ja”
“Oh”
“Iets mis mee?”
“Nee, sis ik dat?”
Iets zeggen en iets bedoelen. Of niets zeggen en toch wat bedoelen. Of iets verkeerd zeggen en iets verkeerd begrijpen.
Pubers en âlders, ouders en pubers…
Vorige week donderdag 4 januari hadden we voor het eerst een hele doorloop. Dus het hele stuk doorspelen. Dat hadden we nog niet gedaan want er zijn veel, korte scenes en veel spelers. Dus alle repetities steeds opgedeeld. Repeteren na een ‘lange vakantie’ is altijd lastig. Aan het begin van de vakantie leg je het tekstboekje even aan de kant. ‘want we hebben nog twee hele lange weken’. Je neemt je voor om deze twee weken eens goed aan de gang te gaan. Maar eerst even een paar dagen niet. Vrij, heerlijk.
Na een week denk je: “potverdorie, ik moet ook weer bezig!” Maar eerste even kerst vieren, bij beppe op bezoek, boodschappen doen, wandelen, vuurwerk halen, naar de schoonouders en dan is het ook al weer bijna oud en nieuw. Oei, de tijd begint te dringen. Maar je hebt nog vijf lange dagen. Nog vier… nog drie… en dan is het al weer bijna zover.
En dan die laatste dag ga je als een razende je tekst weer leren. Goh, je bent toch al weer veel vergeten in die lange vakantie. Oeps, en iedereen is vast heel druk geweest en dan ben jij de enige…Gelukkig viel het mee en kenden we allemaal best goed onze tekst. Sommige mensen hebben wat minder tekst en sommige mensen wat meer.
Tussen alle puberperikelen door loopt nog een ander verhaal. Dat van een pake en zijn pakesizzer. En pake is ziek. En wordt niet weer beter.
En hoe neemt hij afscheid. Van z’n kleinkind. Wat bespreken ze nog. Met een lach en een traan.
“Pake doe normaal”
“Dyn heit en mem frije ek gewoan hjer”
“Gadver, dat hoef ik echt niet te weten”
“Hoe tinksto dasto d’r kommen bist?”
“Pake stop!”
Jaah, dat belooft wat! Wij gaan lekker door met repeteren. En u kunt vast de datum in uw agenda noteren.
16 en 17 februari as. We zien u dan!