Ik ben af en toe een felle tante. Dan schiet ik uit m´n slof om niks en alles. Bijvoorbeeld omdat er een meneer naar mij staat te kijken bij een kaatspartij die daar duidelijk hoorbaar nogal commentaar op levert. En dan vat ik dat wat al te persoonlijk op misschien. Dan voel ik me aangevallen, word ik onzeker en kan ik ineens geen balletje meer raak slaan. Op zo´n moment ben ik fel, en reageer ik luid en duidelijk.
Of omdat ik barst van de inspiratie voor een column en mijn laptop wil niet opstarten. Terwijl ik potverdorie net een super de luxe nieuwe peperdure laptop heb aangeschaft. En als die zelfde laptop dan ook nog eerst zomaar ineens, als ie dan eindelijk aan is, ook nog tig updates gaat uitvoeren dan kook ik gewoon. En dan merkt mijn omgeving dat wel hoor. Luid mopperend zit ik aan de tafel.
En als ik thuis kom na een dag hard werken buitenshuis en mijn kinderen hebben de hele dag in hun luipaard-onesie op hun onderrug op de bank gelegen met hun I-Pads en mobieltjes en hebben bovendien alleen maar soepstengels, snoep en koekjes gegeten in plaats van brood en ander gezond voedsel wat ik voor ze klaar had gelegd. En tot overmaat van ramp hebben ze ook niet de vaatwasser leeg geruimd, wat ik overigens heel vriendelijk had gevraagd voor ik vertrok, en óók hun vuile wasgoed hebben ze niet in de wasmand gedaan….. Oei. Dan ben ik niet blij. Eerder boos. En dat merken ze ook wel even dan. Niet fysiek hoor, zeker niet, maar ik spreek ze wel heel duidelijk en streng en boos en opvoedend toe. Heel naar. Zoals mijn moeder dat vroeger ook deed tegen mij en mijn zusje.
Drukte om niks. Want morgen ben ik weer thuis aan het werk en voer ik mijn kinderen weer vers fruit en gezonde broodjes en zorg ik ervoor dat ze voldoende drinken.
Drukte om niks met zo’n laptop natuurlijk, die ene minuut meer dat ie nog wat updates uitvoert. Daar gaat mijn inspiratie niet van weg. Ik vergeet heus niet zomaar ineens waar die column over moet gaan.
Drukte om niks op dat kaatsveld ook. Laat die man lekker lullen. Ik moet me daar helemaal niks van aantrekken. Achteraf bezien was ie waarschijnlijk alleen maar bang dat ie in de volgende ronde tegen mij moest kaatsen. Dus ik had me nog beter vereerd moeten voelen.
En drukte om niks dat ik nog van alles moet vóór dat we op vakantie kunnen gaan. Beslissen welk bikinibroekje ik houd en welke terug gaat naar de Hema, dat ik niet moet vergeten die ene nota nog te betalen en die andere moet versturen. En dat er nog iemand even een bloemetje moet. En dat ik nog wil sporten voor vertrek en de badkamer schoon moet zijn en het gras gemaaid. En, en, en…. ga zo maar door.
Maar ja. Dat soort dingen bedenk ik altijd achteraf. Als ik alweer te fel was. Of te boos, of te mopperig. Of dat ik me druk maak om een schone badkamer terwijl hier niemand thuis gaat douchen als we op vakantie gaan. En vaak komt er (helaas) weer even een trigger voorbij waardoor ik met mijn neus op de feiten wordt gedrukt dat ik me veel te druk maak om van die nutteloze dingen.
Deze week kreeg één van mijn allerliefste vrienden te horen dat hij niet meer beter wordt. Hij heeft kanker. Een zeldzame vorm van kanker met uitzaaiingen op plekken waar het nooit meer weg kan gaan. Een week of vier geleden fietste hij nog rondjes door Groningen van minstens 100 kilometer per keer en nu? Nu wordt ie niet meer beter. Eénenveertig jaar is hij, net als ik. We zaten samen op de basisschool, op de peuterspeelzaal al zelfs. We groeiden samen op en kwamen elkaar toen we een jaar of 17 waren weer tegen en belandden in dezelfde vriendengroep. Hoe lang hij nog heeft weten we (nog) niet. Maar hij wordt nooit meer beter.
En dan schaam ik me een beetje voor de dagelijkse dingetjes waar ik me zo druk om maak. Omdat ze anders gaan dan ik had bedacht. Of gewoon niet naar mijn zin. Want werkelijk alles valt toch in ’t niet, na zo’n bericht?
Dan denk ik; drukte om niks. Mopper niet zo vaak. Wees niet zo fel, stel je niet zo aan. Maar geniet, leef, laat dat gras en die badkamer toch. Ga gewoon op vakantie, doe leuke dingen met de mensen om je heen. Nu kan het nog. Nu, nú moet je leven. Straks is het zomaar ineens te laat. Dat zie je maar weer.
Niet meer doen, drukte om niks. Amen.
Fijne zomer mensen, Eefje