Ik heb heel veel woorden, die stromen uit mijn hoofd en uit mijn hart nu ik iets wil schrijven over jou, voor jou en voor iedereen die aan je denkt. Want je bent er niet meer.
Je was een liefdevol, aardig, vriendelijk persoon. Maar ik denk dat je leven soms wel es een gevecht was. Een gevecht tegen jezelf, tegen oordelen van andere mensen, tegen je eigen oordeel, je lijf, tegen je wil en tegen je behoefte om alles heel goed te doen. Veel moest honderd procent. Niet 80, niet 70 maar 100%. En als dat niet lukte dan hoefde het niet. Had je alles uit de kast gehaald, was je op de goede weg, zag je dat het bijna lukte en kwam er weer een tegenslag.
Maar was een bijzonder iemand in je leven gekomen. En met die iemand werd je hartstikke gelukkig. Die iemand hield van jou. Jij was die engel die langs kwam vliegen. Jij was zorgzaam en lief. Wijs. Jullie klusten en jullie maakten. Jullie praatten en jullie deelden. Ook de liefde voor de kinderen die er al waren. Wat schreef je daar mooie woorden voor op deze plek. Woorden van bemoediging, afscheid en van loslaten. Maar ook van welkom zijn en geborgen weten. Ze konden op jou bouwen en op jou vertrouwen, net zoals je liefste. Je was niet van de grote feesten. Of van de grote massa’s. Elke keer weer die verjaardagen. Of die dorpsfeesten. Vaak ging je niet. En niet omdat je niet van mensen hield, maar omdat je niet van jezelf hield. Nee, op zondagmiddag een drankje drinken met zelfgekozen gezelschap. Je had weer wat lekkers gemaakt. En we kletsten. Dan was je in je element. Veel te weinig met je gedaan, ik voel nu de spijt al…verdorie.
Je leven weer op de rit. Hobby’s, modelbouwen, houtbewerken, knutselen. Samen uitstapjes maken, naar Terschelling of Noord-Holland. Samen genieten van de kleine dingen in het leven. De katten, fietsen, het huis weer mooi onderhouden, alles weer op de rit. En schrijven. Voor Ysbrechtum.com. Mooie verhalen, interviews, columns, vaak uit het leven gegrepen, soms over jezelf, soms gericht aan een van je ‘liefkinderen’. Woorden vol liefde en genegenheid. Woorden over oordelen, over hoe veel pijn dat kan doen, jij wist daar alles van. En woorden over het leven.
Met dat nieuwe leven, dat geluk, wilde je ook die laatste hindernis overwinnen. Dat eeuwige gevecht met dat lichaam weer aangaan. Want je had het al vaker bijna gewonnen.
Dus ging je voluit voor de ingreep en voor het gevolg en het resultaat. Het viel niet mee. Een andere levensstijl, een ander gevoel. Eerst in een voortraject wat al de nodige kracht en doorzettingsvermogen vereiste. En toen de nasleep. Ook dat viel niet mee. Het was best veel moeilijker dan je had verwacht, denk ik. Je was volgens mij niet zo’n klager.
Maar het was vooral geweldig. Je bloeide op en kon en durfde veel meer. Terrasjes, uitjes, wat heb je van de dorpsfeesten genoten vorige week. Je voelde je vrijer, blijer, en heel veel viel op z’n plek. Anneke genoot en jij genoot, It libben lake jim ta, it soe wêze..
En je ging veel bewegen en lopen en wandelen. En ook al voelde je je vast niet altijd geweldig toch deed je het. Want je was echt wel een doorzetter. Dus nu ook. Misschien had je die laatste wandeling niet moeten maken. Ik weet het niet. Ik weet het niet. Ik weet dat je er niet meer bent. Dat je op elf juli ’s avonds na een ronde Tirns bent overleden. En dat je niet weer terugkomt.
Verdorie Cees, dit is gewoon te vroeg. Het is stom en niet eerlijk, het is gemeen. Iedereen om je heen had je nog zo nodig. Anneke, de kinderen. Je familie, collega’s, mensen die je liefhadden, mensen waar je veel voor deed, waar je altijd voor klaarstond, die altijd een beroep op je konden doen. Die vele mensen waar je een bijzondere rol voor vervulde. Weet jij wel hoe bijzonder je was?
Verdorie Cees, je zult verschrikkelijk gemist worden.
We zongen laatst een lied op Annekes verjaardag, toen ze vijftig werd. Jij genoot. Een groot stuk van dat lied ging over jou. En het geluk wat jij haar bracht. “Cees, waar was je toch al die tijd.”
En waarom ben je niet wat langer gebleven…
Die & Die, Jantine Nauta