Mijn vader zat vroeger in veel besturen.
IJsclub, voetbalvereniging, dorpshuis, Nij Ylostins, Culturele raad, paardenfokvereniging, noem maar op. Meestal als penningmeester want mijn vader was erg zuinig en secuur. Gaf niet onnodig geld uit en als er wat uit moest worden gegeven werd daar nog wel twee keer over nagedacht.
Maar mijn vader schonk ook poeiermolke in het ijsclubhok (deed ie thuis nooit, ik wist niet wat ik zag!), zat bij de munten tijdens de feesten (vond ik als puber niet echt je van het. En hij gaf nooit één muntje weg als compensatie, oh nee), hij inspecteerde de voetbalvelden en regelde de wagen voor het oud papier. Alles moest wel goed geregeld worden en er waren veel ongeschreven regels. Op zondag geen briefjes rondbrengen en zuinig zijn op de spullen waar je als vereniging zo lang voor hebt gespaard. Alles meteen opruimen en schoonmaken.
Veel tijd ging daar in zitten. Hij heeft daar aan het eind van zijn bestuurlijk leven een mooie ridderorde voor gekregen. Rider in de orde van Oranje-Nassau.
Verdiend hoor, maar het lintje was ook wel een beetje voor mijn moeder en voor ons. Want er kwam ook best veel werk op onze schouders neer. Kwitanties van de IJsclub ophalen langs de deuren. Steenkoud was het in mijn herinnering altijd. En het moest tot op de cent kloppen. Nee, kwitanties ophalen was ons werk. Wij schreven ook de adressen op de uitnodigingen voor de jaarvergadering van Paardenfokvereniging Sneek e.o. Netjes en dan de postzegel er op die je over het natte washandje had gehaald wat in een schoteltje op tafel stond. Best leuk werk hoor. Om vier uur het hoofd om de deur: heit, of het werkje al klaar was want dan kon het op de post. Ja, dat lintje hebben wij wel verdiend.
Mem zorgde voor de vergadering dat het pak klaarlag, geborsteld en gelucht. Zorgde dat het kammetje in de jaszak zat en een schone zakdoek. Op tijd eten want heit heeft een vergadering. Als er kascommissie was zorgde moeder voor de hapjes en de drankjes en de sigaretten op tafel. Na afloop van de vergaderingen luisterde ze naar mijn vader en gaf advies. Ja dat lintje heeft zij ook wel verdiend.
Opgegroeid met verenigingen en besturen, het is ons met de paplepel ingegoten. Ik herken ook best wel veel nu ik zelf wel eens wat doe in het verenigingsleven. Ik begrijp mijn vader soms ook ineens. Soms denk ik zelf hoe hij iets zou hebben gezegd ergens over.
Gisteren hoorde ik hem ineens. Toen ik langs het Epema bos reed en door de bomen de felle kleuren van de koek-en-zopie tent zag. Het was 14 graden en de vogels floten. Het ijs was al een week uit de sloten….
Die & Die